In memoriam
Betty Bausch-Polak v/h De Leeuw
1919 – 2024
Na een bewogen leven is Betty Polak op vrijdagavond 8 november jongstleden overleden, weduwe van Philip de Leeuw (1914 – 1944) en later weduwe van Dolf Bausch (1913 – 1982).
Ze werd geboren in schaduwen van de Eerste Wereldoorlog en Spaanse Griep. Terwijl ze in de wieg lag, onderhandelden Wilson en Clemenceau over het Vredesverdrag van Versailles en ontstond de Republiek van Weimar, alsmede de Sovjet-Unie. Van Hitler, Stalin of Mao had nog nooit iemand gehoord. De Armeense genocide was nog bezig en de “roaring twenties” stonden op aanbreken…
Betty (of Betsy, zoals ze ook wel genoemd werd) kwam ter wereld op 8 april 1919 in Amsterdam als vierde kind van de accountant Frederik Polak en zijn echtgenote Grietje Asscher. Haar broertje Meijer overleed vrij jong, maar haar broer Jaap zou 102 jaar oud worden. Haar oudere zus Julia zou kort naar de bevrijding van Bergen-Belsen sterven, maar met haar jongere zus Liesje (1922 – 2016) zou ze lang optrekken. Betty sprak altijd met veel liefde en waardering over het gezin, waarin ze opgroeide. Het gezin woonde aan de Plantage Kerklaan en Betty was veel te vinden in Artis.
Het gezin Polak was orthodox-joods en speelde een belangrijke rol in het sociale leven van joods Amsterdam. Het was het ook een modern gezin, waarin moeder Polak-Asscher een betaalde baan buitenshuis had als lerares Handwerken. Zodoende waren de kinderen nog wel eens alleen thuis. Betty stelde in haar lezingen altijd dat ze zodoende vroeg zelfstandig was geworden. Ze volgde nog een cursus om godsdienstlessen te kunnen geven, maar gaandeweg groeide ze bij de orthodoxe overtuiging vandaan. Wel hield ze vast aan het zionistische ideaal van de familie.
Via de zionistische beweging Mizrachi – waar velen zich voorbereidden op vertrek naar het toenmalige mandaatgebied Palestina – ontmoette zij de economiestudent Philip de Leeuw (1914-1944) uit Den Haag, die lid was van een soortgelijke vereniging. Het klikte tussen de levendige Betty en rustige Philip. Behalve in het zionistische ideaal vonden zij elkaar ook in hun liefde voor de natuur. Samen besloten ze zich voor te bereiden om op aliyah te gaan om daar samen het beloofde land te gaan opbouwen.
Ondertussen begrepen ze heel goed welk gevaar in Duitsland dreigde. Philip had in zijn boekenkast een exemplaar van Hitlers “Mein Kampf”, omdat hij vond dat je moest weten wat er gaande was.
Toen in augustus 1939 de mobilisatie werd afgekondigd, kwam Philip als eerste luitenant aan de oostgrens terecht. Om toch samen te kunnen zijn, besloten ze vervroegd te trouwen. Op 21 december 1939 werd Betty in de hoofdstad mevrouw De Leeuw-Polak. In de “Neie Sjoel” stonden ze onder de choepa, waarbij Philip iets deed wat de tongen losmaakte. In de synagoge (nu Joods historisch museum) droeg hij zijn gala-uniform als commandant van de derde compagnie van het 18e grensbataljon. Daarna gingen ze in Dinxperlo twee kamers bewonen. Later zei ze dat “het toen de tijd was dat de man besliste, maar dat heb ik hem goed afgeleerd. (…) Zo ben ik niet opgevoed.” Toen Phillip aangaf dat er geen geld was om samen paardrijlessen te nemen, pakte de bruid haar koffers… Na een maand werken in Amsterdam had ze genoeg verdiend om ook te kunnen paardrijden.
De meidagen van ’40 bracht Betty ook door in Dinxperlo, waar ze weinig meekreeg van de oorlogshandelingen. Ook Philips onderdeel kreeg er weinig van mee, omdat de Nazi’s precies om hen heen getrokken waren. Na de capitulatie begrepen Betty en Philip dat er een heel gevaarlijke tijd zou aanbreken, zeker ook voor joodse Nederlanders. Drie keer poogde het echtpaar naar ngelandvaarder te komen, maar tevergeefs. Wel zou broer en zwager Dries de Leeuw als Engelandvaarder aan de overkant van het water komen. Hij zou later meevechten tegen de Nazi’s als piloot van de RAF.
Gaandeweg voerden de Nazi’s hun antisemitische maatregelen door en kwam het echtpaar terecht in Deventer. Daar ging Betty werken bij Tuinbouwbedrijf “De Ziele”, waar ze erg veel leerde van de heer Janssen, eigenaar van het bedrijf. Ondertussen werd ze als enige vrouw aangenomen op de Fruitteeltschool in Terwolde. Directeur Frederik Willem Honig (1899-1960) beschermde haar en toen hij haar, onder zeer zware druk, moest verwijderen, waagde hij zijn leven door haar zijn adres te geven en hulp aan te bieden, indien nodig. Ook schreef hij een getuigschrift voor haar, dat als diploma kon gelden.
Toen in de Joodse verpleeginrichting “Het Apeldoornsche bos” alleen nog maar joodse medewerkers mochten zijn, vertrokken Flip en Betty naar Apeldoorn, waar Betty het huis schoonhield van professor Arie Qurido. Philip en Betty hadden een goede tijd in Apeldoorn.
Er bestaat een heel vrolijke foto, waar Betty en Philip samen zitten te kletsen. Die foto werd daar gemaakt. Betty herinnerde zich op hoge leeftijd nog hoe ze het prachtige pianospel hoorde van de zeer getalenteerde Mischa Hillesum, die in Apeldoorn was opgenomen.
In de nacht voorafgaande aan de dramatische ontruiming in januari 1943 wisten Flip en Betty te ontkomen. Nu was de onderduik echt was aangebroken. Gelukkig hadden ze daar al de nodige voorbereidingen voor getroffen. Betty werd “Jo Musch” en Philip werd “Philip van Andel”; voor het oog niet langer een echtpaar. Na een tijdje in Laren, zouden ze op veel adressen onderdak krijgen, zoals bij Eduard en Germaine Althoff in Amsterdam. In de tussentijd probeerde Betty familieleden te waarschuwen om onder te duiken. Tevergeefs. Uiteindelijk werd iedereen gedeporteerd. Betty moest nog twee keer van identiteit wisselen. Jo Musch werd “Adri Kool” en later “Ada Koole”
Na de nodige omzwervingen kwamen zij in Bilthoven terecht, waarbij Philip (onder de schuilnaam Philip van Andel) in dienst kwam van Kindergemeenschap “De Werkplaats” van Kees Boeke. Philip raakte daar betrokken bij het gewapend verzet. Betty deed soms dienst als koerierster. Na een mislukte aanslag op een spoorlijn werden zij op 9 november 1944 opgepakt. Bij de verhoren door de Sicherheitsdienst in Utrecht lieten zij niets los. Op 17 november kwam ze vrij, terwijl haar Philip de Leeuw werd gefusilleerd aan de rand van Rhenen en Veenendaal op 20 november als represaillemaatregel. Op die plek staat nu “het kruis op de berg” dat ook de vijf andere slachtoffers herdenkt, onder wie ds. Bastiaan Jan Ader (1909-1944). Omdat Betty na haar vrijlating informatie uit de gevangenis heeft doorgegeven, heeft ze het leven van minstens één persoon gered.
Na de oorlog bleken ook haar ouders, schoonouders en zus te zijn omgekomen. Na de oorlog bleken haar ouders, schoonouders en zus te zijn omgekomen in diverse kampen. Vanwege haar contacten met Jan en Annie Romein-Verschoor raakte ze betrokken bij de uitgave van het dagboek van Anne Frank door de verbindende schakel te zijn met uitgeverij Contact. Lange tijd werkte zij als enige vrouw in de ambtelijke top van het Ministerie van Landbouw en Visserij. Ze was onder meer betrokken bij de uitvoering van de Marshallhulp. In de jaren ’60 hertrouwde Betty de Leeuw-Polak met de kunstenaar Dolf Bausch. In verband met zijn nierziekte zou het echtpaar Bausch-Polak zich later inzetten voor de Nederlandse nierstichting. Ze zorgde ervoor dat nierpatiёnten op vakantie konden en organiseerde zelfs de eerste staking voor nietpatiёnten.
Pas in 1985 trad ze naar buiten met haar oorlogservaringen in een vraaggesprek met Pim van der Hoff voor EO-radio. Op verzoek van Van der Hoff beschreef ze vervolgens haar verhaal in Bewogen stilte, dat in 2004 uitkwam. Dat deed ze samen met haar zus Liesje, die in Israël woonde. Zij was via een uitwisseling uit Bergen-Belsen naar het mandaatgebied Palestina gebracht, getrouwd met Hans Auerbach en moeder geworden van Micha en Yigal. De neven van Betty, die in haar laatste jaren voor haar welstand in Israël waakten.
In Bewogen stilte beschreef ze met haar zus hun warme jeugdjaren en het rauwe vervolg in de oorlogsjaren, alsmede de stille jaren erna. Het boek werd vertaald in het Duits, Engels en Hebreeuws
Na het boek begon Betty een nieuw bestaan als gastdocent. Sinds 2010 gaf ze regelmatig gastlessen op middelbare scholen in Nederland en in Duitsland. Op het Ichthus College kwam ze voor het eerst in 2012, waarbij een hartelijke band ontstond. We slaagden erin om met andere Veenendalers haar nare smaak bij Veenendaal weg te spoelen en warme gevoelens op te wekken. Betty begon van Veenendaal te houden en andersom. In die tijd ontstond de traditie om jaarlijks op 20 november de zes omgekomen verzetsmannen te gedenken bij het kruis op de berg. Nabestaanden, leerlingen, gezagsdragers en andere belangstellenden komen daar nu jaarlijks bijeen voor een herdenking.
Voor haar belangeloze inzet op hoge leeftijd kende de Duitse overheid haar op 12 november 2015 het Bundesverdienstkreuz toe toegekend. Later volgde ontmoetingen met de Duitse Bondspresident Joachim Gauck. Tijdens de herdenking bij het kruis op de berg in 2015 droeg zij als teken van verzoening haar Duitse onderscheiding. Die avond was ze live op Radio 1 te horen bij “Dit is de dag”
Hoewel hoogbejaard verzorgde ze in januari 2013 een reeks voordrachten in de Verenigd Staten. Tijdens een afsluitend tweeluik met oud-premier Jan-Peter Balkenende sprak ze op 14 april 2015 bij de lezingencyclus van “Christenen voor Israel”. Op 23 mei 2015 gaf ze een lezing tijdens het grote evenement Opwekking (20.000 bezoekers). In hetzelfde jaar verscheen ze met haar zus Lies in de documentaire “Herinneren en Doorgeven” van Family7. Op 29 april 2016 werd ze in Berlijn ontvangen door de Bondspresident Gauck.
Op 13 november 2016 gaf ze een openbare voordracht bij het Nationale Holocaustmuseum (in oprichting). Ze droeg dit museum een warm hart toe en droeg financieel ook bij aan de verwezenlijking daarvan. Op 21 november 2016 was ze op het Ichthus College in Veenendaal voor een openbare gastles. Op 97-jarige leeftijd werd ze daar door mr. Wouter Kolff, toen burgemeester van Veenendaal, verrast met de versierselen van het ridderschap in de Orde van Oranje Nassau. Behalve familieleden uit Nederland, Amerika, Israel en Engeland, waren ook Balkenende en een cameraploeg van Omroep MAX aanwezig. In verband met gezondheidsklachten is ze kort daarna gestopt met openbare voordrachten. Wel heeft ze nog wel enkele grote interviews gegevens aan Der Spiegel en NRC Handelsblad.
Afscheidsboodschap
Op 4 april 2019 vierde ze haar honderdste verjaardag in Israël en op 3 mei 2019 in Nederland. Op 4 mei was ze nog een keer aanwezig bij een korte sobere herdenking bij het kruis op de berg. Daarna namen haar krachten snel af. Bij de 75-jarige herdenking, op 20 november 2019, liet haar gezondheid het haar niet meer toe om nog aanwezig te zijn. Namens haar las Wouter Kolff, inmiddels burgemeester van Dordrecht, een afscheidsboodschap voor. De jaren erna legde Aline Dijkshoorn, haar steun en toeverlaat in Nederland, op 20 november namens Betty nog wel bloemen bij het kruis op de berg.
Op 8 april 2024 werd ze 105 jaar, haar gezondheid was echter te zeer afgenomen om daar nog in het openbaar aan te geven. Afgelopen week werd ze ziek en overleed ze in het ziekenhuis.
Met Betty Bausch-Polak is een bescheiden en vasthoudende dochter van het oude volk overleden, wiens openheid en wijsheid menigeen heeft geïnspireerd.
Namens schoolleiding, personeel en leerlingen van het Ichthus College condoleren wij haar familie, vrienden en die vele anderen, die haar lief waren. Ze is overleden in een tijd, waarin het antisemitisme weer opvlamt en in de Amsterdamse straten een pogrom plaatshad. Ze heeft altijd gewaarschuwd voor discriminatie en uitsluiting. En vooral voor groepsdenken, waarbij we niet meer naar een individu kijken, maar mensen reduceren tot groepen om te haten en zelfs geweld aan te doen. De boodschap van Betty moet blijvend worden doorgegeven.
Zelf – zo gaf ze aan – was ze onder de indruk van het woord “Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren.” Niet boos blijven, maar verzoening. Op onze school mogen wij ons ook laten leiden door die woorden, uitgesproken door Hem, Die plaatsvervangend stierf als Koning der Joden. Ons Ichthus College in Veenendaal heet zelfs naar Hem: Jezus Christus, Gods Zoon, Zaligmaker.
De nagedachtenis van Betty Bausch-Polak (voorheen De Leeuw) zij tot zegen.
Constant van den Heuvel
Veenendaal, 9 november 2024