Een leven in de stormen van de geschiedenis. Zo mag het leven van Elisheva Auerbach-Polak worden getypeerd. Ze maakte de beroeringen mee van de crisistijd en onderging de vervolgingen, die Nederland tijdens de jaren ’30 en ’40 gevangen hielden. Daarna bouwde ze een bestaan op in de staat Israël, waar de gebeurtenissen standaard over elkaar heen gaan. In dit alles was ze echter een vrouw, die open bleef staan voor de mensen en de wereld om haar heen.
Op 4 februari 1922 werd ze in Amsterdam geboren als Elisabeth Alida Polak. Ze was het jongste kind van Frederik Polak en Grietje Asscher. Boven haar kwamen haar jong gestorven broertje Meijer en de zeer oud geworden broer Jaap Polak, die als Jack Polak in de VS veel goed werk heeft gedaan voor de Anne Frankstichting. Boven haar waren er ook nog zus Julia (kort na de bevrijding van Bergen-Belsen overleden) en zus Betty, met wie ze een bijzondere band had. Elisabeth was in de wandelgangen gewoon Liesje.
Het gezin Polak was orthodox-joods en deed voluit mee in het joodse leven van voor de oorlog. Vader was accountant en moeder werkte als lerares Handwerken, zodat de kinderen al vroeg zelfstandig werden. Aangezien de familie op de Plantagekerklaan woonde, werd die vrijheid ondermeer omgezet in regelmatig bezoek aan het schuin tegenovergelegen Artis. De excursies van dr. Portielje waren voor haar het hoogtepunt. In het boekje “Bewogen stilte” dat zij met haar zus Betty (en historica Nanda van der Zee als co-auteur) schreef stelde ze een fijne jeugd gehad te hebben. Ook zei ze dat haar godvruchtige opvoeding een grote invloed op haar verdere leven heeft gehad. De familie was ook zionistisch georiënteerd en zodoende werden de kinderen lid van de jongerentak van de zionistische beweging Mizrachi. Met name Betty en Liesje bereidden zich voor op emigratie naar het toenmalige mandaatgebied Palestina om daar de toegezegde joodse staat op te bouwen.
In 1940 vielen de Nazi’s Nederland binnen. Liesje rondde in dat jaar de middelbare school af, maar het was nagenoeg onmogelijk om vervolgens te gaan studeren. Zodoende ging ze aan de slag op het accountantskantoor van haar vader. Na een tijdje ging ze aan de slag bij de zionistische landbouwopleiding Hachshara, zodat ze in het buitengebied van Amsterdam. De toenmalige Slotenpolder, ging werken. Inmiddels was ze enige nog thuiswonende kind. Jaap, Juul en Betty waren inmiddels getrouwd. Maar ook de aandacht van het mannelijk geslacht ging aan Liesje niet voorbij. Ernst Cohen (1921-1945) werd haar vriend. Omdat de aandacht van de Nazi’s aan haar ook niet voorbij ging, moest Lies een gele ster gaan dragen. Daarmee werd de dagelijkse fietstocht naar de Slotenpolder te gevaarlijk. Ze kwam als leerlingverpleegster terecht in het Nieuw Israelitisch ziekenhuis terecht. Op 13 augustus 1943 maakte ze daar de aangrijpende ontruiming mee. Ze kon zichzelf ternauwernood verbergen op zolder. Haar achterneef Sam Bos en zijn aanstaande vrouw Ruth Watermann verstopten zich in een stilstaande lift.
Met Ernst wilde Lies onderduiken maar de gebeurtenissen waren haar voor. Met de familie van Ernst werd ze opgepakt en kwam ze in Westerbork terecht. Daarna werd het Bergen-Belsen. Ze zag en ervoer de gruwelen van de ongebreidelde barbarij. Wonderlijk genoeg werd ze uitgekozen om als verpleegster mee te gaan tijdens die eenmalige gevangenenruil van Duitsers en Joden, die plaatsvond van 29 juni 1944 tot 10 juli 1944. Ze was een van de 222 Joden, die aankwamen in het mandaatgebied Palestina. Met hen ook Clara Asscher-Pinkhof, die later de boeken “Sterrenkinderen” en “Danseres zonder benen” het licht zou doen zien
Lies zou in het heilige land blijven en als verpleegster meehelpen om de joodse gemeenschap op te bouwen, waaruit in 1948 de staat Israël zou ontstaan. Als Elisheva Polak, zou ze er opnieuw de liefde vinden. In 1949 trouwde ze met Hans Chanan Auerbach (1923-2011), die als duits-joodse vluchteling in Nederland terecht was gekomen. Ook hij was via Westerbork afgevoerd naar de gruwelijke werkelijkheid van Bergen-Belsen. Samen kregen ze hun twee zonen Micha en Yigal. Het zou tot de komst van hun kleinkinderen duren voordat Elisheva en zij hun oorlogservaringen gingen delen.
Uiteindelijk – op aandringen van EO-programmamaker Pim van der Hoff – zelfs ook op papier. In Bewogen stilte beschreef ze met haar zus hun warme jeugdjaren en het rauwe vervolg in de oorlogsjaren, waarbij ze hun ouders in Sobibor verloren en allebei hun soulmate verloren. Betty verloor haar man Philip de Leeuw, die op 20 november 1944 werd gefusilleerd tussen Rhenen en Veenendaal, op de plaats waar nu het kruis op de berg staat. Elisheva – toen nog Liesje – verloor haar aanstaande man. Ernst Herman Cohen overleed op 16 april 1945 aan vlektyfus, opgelopen in Bergen-Belsen. In het boek stonden ook de brieven aan Elisheva aan Betty, wat het boek ook een interessante historische bron maakt.
In de laatste jaren wisten programmamakers Elisheva te vinden voor documentaires. Zo sprak Gideon Levy met haar in zijn tweedelige documentaire “Waarom haten zij ons”, die in februari 2015 werd uitgezonden op NPO 2. Arjan Klein en Sara van Oordt maakten voor de Reformatorische Omroep en Family 7 een documentaireserie “Herinneren en Doorgeven”, waarbij zowel Elisheva als zus Betty aan het woord kwamen. Ook dit werd uitgezonden in februari 2015.
Ondertussen hield ze zich scherp door in het Engels veelvuldig scrabble te spelen. Ze was lid van de World English-Language Scrabble Players Association, waarbij ze nota bene op hoge leeftijd naar het buitenland reisde om scrabble te spelen.
Die openheid hebben ook wij ervaren. In mijn boek “Het kruis op de berg. De fusillade van 20 november 1944 tussen Rhenen en Veenendaal.” beschreef ik haar ervaringen tijdens die aangrijpende ontruiming van het NIZ in Amsterdam in augustus 1943. Ze nam de moeite om per mail te reageren en haar instemming te betuigen. Toen ze wist zeer ernstig ziek te zijn, liet ze ons – een week voor haar overlijden – toch nog groeten door haar zoon Micha, die aanwezig was bij de herdenking bij het kruis op de berg.
Vandaag is het 69 jaar geleden dat de Algemene Vergadering van de VN besloot dat er een joodse staat zou moeten komen in Palestina. Gisteren overleed een van die mensen, die zich daar aan heeft willen geven. Hoewel ze had gemerkt dat een betere wereld niet maakbaar is, raakte ze niet verbitterd en bleef ze oog houden voor haar naasten.
Met Elisheva Auerbach-Polak is een bescheiden en vasthoudende dochter van het oude volk overleden, wiens openheid en wijsheid menigeen heeft geïnspireerd.
Namens personeel en leerlingen van het Ichthus College condoleren wij haar kinderen, kleinkinderen, haar zus Betty Bausch-Polak en die vele anderen, die haar lief waren. Haar nagedachtenis zij tot zegen.
Constant van den Heuvel
Veenendaal, 29 november 2016