Op woensdag 19 november opent Betty Bausch-Polak (95 jaar) in Museum Veenendaal een kleine expositie, die gewijd is aan de zes mannen die op 20 november 1944 werden gefusilleerd aan de rand van Rhenen en Veenendaal. Haar man Philip de Leeuw (30 jaar) was een van de zes. Ze zal dit doen door het laatste object eigenhandig aan de tentoonstelling toe te voegen. Daarvoor geeft zij vanaf 20.00 uur een lezing in de Cultuurfabriek over haar oorlogservaringen.
Aan de vooravond van de Duitse inval trouwden zij en na de Nederlandse capitulatie begrepen ze als Joden geen genade te hoeven verwachten van de Bezetters. Drie pogingen om naar Engeland te komen faalden en daarna volgde een periode van onderduik op diverse adressen, zoals in de Joodse verpleeginstelling “Het Apeldoornse Bos”, waar Betty het grote talent Mischa Hillesum nog heeft horen spelen op de piano en bij de historici Jan en Annie Romein. In de herfst van 1944 doken ze gescheiden onder Bilthoven, waarbij Philip terecht kwam bij onderwijsvernieuwer Kees Boeke.
Als oud-officier kreeg hij al snel een leidende positie in het gewapend verzet. Begin november liep een sabotagepoging mis en werden Betty en Philip opgepakt. Na aangrijpende verhoren, wist Philip zijn vrouw er uit te praten en zij zichzelf eruit te bluffen.
Op 20 november stond Philip met vijf anderen voor het vuurpeloton. Het kruis op de berg herdenkt deze gebeurtenis, maar de lezing van Betty Bausch-Polak vormt een unieke levende ontmoeting met dit verleden. Na de lezing en de opening is er de mogelijkheid om zelf nog even de objecten te zien. Aangrijpende hoogtepunten zijn de condoleancebrief van koningin Wilhelmina aan Betty, handgeschreven brieven van de slachtoffers Philip de Leeuw en Tom Lambrechtsen van Ritthem, het bidprentje van slachtoffer Victor van den Bergh en de Bijbel, die ds Ader in zijn binnenzak had, toen hij werd doodgeschoten. Veel materiaal is nooit eerder te zien geweest.
Entree: vijf euro.