Op 20 november 2014, 70 jaar na de fusillade, hebben leerlingen en nabestaanden nabij het Ichthus College in Veenendaal zes zeer verschillende bomen geplant. Iedere boom verwijst naar één van de gevallenen.
Boom 1: Zuilvormige populier (Poupulus nigra) “Italica”
Ds. B.J. Ader was hervormd predikant in Nieuw Beerta (Oost-Groningen). Samen met zijn vrouw probeerde hij daar Christus door zich geheel in te zetten voor de mensen aldaar. Zijn hartelijke verbondenheid met Groningen wordt onderstreept door de populier, die veel voorkomt in Groningen.
Hij was ook erg geïnteresseerd in de studie van oude talen. De populier komt oorspronkelijk uit het Italiaanse Lombardije. Italië is de bakermat van een van de oude talen, die hij beheerste: het Latijn. Zo symboliseert deze boom zijn taligheid.
Tot slot heeft de populier een zuilvorm en daarmee kan de lijn getrokken worden naar zijn dood. Op 20 november 1944 stond hij als een zuil in een (zuilen)rij met anderen voor het vuurpeloton. Kort ervoor schreef hij:
“En nu: Gij zult mij niet verlaten in mijn dood, Maar mij, – als nat de nevels zijn en koud het vale morgenrood – In eindeloos erbarmen, voor eeuwig bergen in Uw schoot.”
Boom 2: Cypres (Cupresses sempervirens)
De Italiaanse cypres eert Ph. de Leeuw, een rustige en intelligente man. Deze Joodse officier wilde eigenlijk met zijn jonge vrouw naar Palestina, om te helpen een eigen Joods thuisland op te bouwen. De cypres is een conifeer, die juist ook daar veel voorkomt.
Flip de Leeuw gebruikte zijn militaire ervaring om ondermeer een trein met Duitse V-wapens tegen te houden. Hij wist dat hij daarmee zijn leven riskeerde. De cypres is een statige boom, als een officier in het gelid, maar ook als een verzetsman, die waardig voor het vuurpeloton staat.
De cypres is het symbool van onsterfelijkheid en trouw, evenals de waarden van vrijheid en recht, die Philip vertegenwoordigde. Daarbij wordt de punt van de cypres ook gezien als een vinger, die naar de hemel wijst.
Boom 3: Red ceder (Thuja plicata)
Th. J. Lambrechtsen van Ritthem afkomstig uit een voorname familie met adelijke wortels wordt herdacht met de zogenaamde reuzenlevensboom.
Tom was geboren in Batavia, maar keerde voor zijn tiende al met zijn ouders terug naar Nederland. Hij woonde in Terneuzen (Zeeuw-Vlaanderen). Hij was een groot liefhebben van zeilen. Juist het hout van deze boom wordt onder meer gebruikt om zeilboten te maken. Zelf schreef hij een kort opstel met als eerste zin: “Zeilen…the king of sports…”
Tom bracht voor de Britse inlichtingendienst Duitse militaire versterkingen in kaart. Ook maakte hij deel uit van een Indische verzetsgroep in Amsterdam. Officieel was hij bezig met een radio-opleiding voor scheepvaart. Ook dat past bij deze boom. Vermoeid en opgejaagd werd Tom gefusilleerd in het midden van Nederland.
Boom 4: Treurbeuk rood (Fagus sylvatica) “Purple Fountain”
P.J. ter Beek was een hippe jongeman uit Bilthoven. Hij had een leidinggevende rol in het verzet. Toch konden zijn ogen ook iets dromerigs hebben. Het silhouet van deze kleinere versie van de treurbeuk geeft eveneens iets dromerigs weer.
Pieter ter Beek nam tijdens zijn verhoren door de Nazi’s bewust alle schuld op zich, zodat andere mensen buiten schot konden blijven. Als de bladeren van deze boom uitlopen, is dat met een opvallend rode kleur. Dat verwijst naar zijn moedige houding, waarbij hij zijn bloed en leven gaf.
Daarnaast is de treurvorm een weergave van het hele trieste gebeuren van de fusillade op 20 november 1944.
Boom 5: Ratelpopulier (Populus tremula) “Erecta”
V.A.G. van den Bergh was een zeer begaafde jongeman uit Amsterdam. Op het Barleusgymnasium blonk hij uit in Frans en Latijn. Ook hield hij zich bezig met kleinkunst en was zeer muzikaal.
De naam van de trillende ratelpopulier verwijst naar een muziekinstrument. Bij weinig wind gaan de bladeren al bewegen en is het ruisen te horen, alsof de boom musiceert…
Vic van den Bergh weigerde de loyaliteitsverklaring voor studenten te tekenen en zich zo aan de Nazi’s te onderwerpen. Hij verspreidde illegale krantjes en werd gevraagd voor (gewapend) verzetswerk.
Ondanks vreselijke martelingen, noemde hij geen namen. Nog steeds gehavend, stond hij voor het vuurpeloton. De zuilvorm van de ratelpopulier verwijst hiernaar.
Boom 6: Zuileik “(Quercus robur”) “Fastigiate Koster”
J.J. van der Munnik was aanvankelijk student aan de Zeevaartschool. Door de oorlogsomstandigheden kon hij zijn studie niet afmaken. Hij koos voor het verzet, terwijl hij nog minderjarig was. Deze tengere jongeman uit Den Haag wordt gesymboliseerd met een zuilvormige boom, die ook niet zo breed is.
Jan van der Munnik nam een enorm risico door zich te kleden in Nazi-uniformen en ondertussen verzetswerk te doen. Die innerlijke kracht en durf worden gesymboliseerd in de eik, die sterkte en onoverwinnelijkheid uitstraalt.
Jan was bereid om anderen te helpen. Om een andere verzetsstrijdster van dienst te zijn, ging hij met een opdracht naar Veenendaal. Door verraad werd hij opgepakt en binnen 72 uur stond hij als jongste van zes verzetsstrijders voor een Duits vuurpeloton. De zuilvorm verwijst naar die rij dappere mannen.